In een grote melkbus zit 10 liter melk.
Per minuut stroomt daar nog eens 5 liter melk bij.
Opdracht 1Vul de tabel in:
We zetten de gegevens uit de tabel in een grafiek:
Na 4 minuten zit er 30 liter melk in de melkbus.
Opdracht 2Vul in: de coördinaten van punt K zijn
(,)Door de punten heen is een rode lijn getrokken, die de naam
l heeft gekregen.
Opdracht 3Lees uit de grafiek af hoeveel melk er in de bus zit na 6 minuten.
Vul in: dan zit er
liter melk in de bus.